Crosley CRSH268MS2 Bedienungsanleitung

Stöbern Sie online oder laden Sie Bedienungsanleitung nach Nein Crosley CRSH268MS2 herunter. Bekijk online Benutzerhandbuch

  • Herunterladen
  • Zu meinen Handbüchern hinzufügen
  • Drucken
  • Seite
    / 90
  • Inhaltsverzeichnis
  • LESEZEICHEN
  • Bewertet. / 5. Basierend auf Kundenbewertungen
Seitenansicht 0
Opzuivering en karakterisatie van antibacteriële
componenten tegen Clostridium difficile
Marilyn DE GRAEVE
Masterproef voorgedragen tot het behalen van de graad van
Master of Science in de Biochemie en de Biotechnologie
Major Microbiële Biotechnologie
Academiejaar 2013-2014
Promotor: prof. dr. ir. Filip Van Immerseel
Wetenschappelijk begeleider: drs. Sofie Geeraerts
Vakgroep Pathologie, Bacteriologie en Pluimveeziekten
Faculteit Diergeneeskunde
Seitenansicht 0
1 2 3 4 5 6 ... 89 90

Inhaltsverzeichnis

Seite 1 - Marilyn DE GRAEVE

Opzuivering en karakterisatie van antibacteriële componenten tegen Clostridium difficile Marilyn DE GRAEVE Masterproef voor

Seite 2

x SEM Scanning elektronenmicroscopie SLP, SlpA S-laag eiwit SN Supernatans SPE Solid phase extraction chromatografie TEM Transmissie elektronenmi

Seite 3 - DANKWOORD

xi SAMENVATTING Clostridium difficile werd voor het eerst als een potentiële maagzuurbestendige, sporevormende pathogeen herkend in 1978.

Seite 4 - INHOUDSOPGAVE

xii SUMMARY Clostridium difficile was first recognized as a potential gastric acid resistant, spore producing pathogen in 1978. Now it is regarded

Seite 5

1. Inleiding 1 1. INLEIDING 1.1 CLOSTRIDIUM DIFFICILE: DE KIEM 1.1.1 ALGEMENE KENMERKEN Clostridium difficile is een strikt anaerobe, Gram-pos

Seite 6

1. Inleiding 2 1.1.2 TAXONOMIE De naam Clostridium difficile is afkomstig van het Griekse woord kloster (κλωστήρ) dat staaf betekent en verwijst

Seite 7 - LIJST VAN FIGUREN

1. Inleiding 3 1.2 CLOSTRIDIUM DIFFICILE INFECTIES 1.2.1 DEFINITIE Een C. difficile infectie, of Clostridium difficile geassocieerde ziekte

Seite 8 - LIJST VAN TABELLEN

1. Inleiding 4 darmaandoeningen, het gebruik van protonpompinhibitoren en immunosuppressieve medicatie zoals chemotherapie (Calfee, 2008;

Seite 9 - LIJST MET AFKORTINGEN

1. Inleiding 5 overgedragen tussen verschillende patiënten. Deze verschillende factoren maakt de sporen erg moeilijk te elimineren uit de omgeving (

Seite 10

1. Inleiding 6 Figuur 1.4 Structuur van TcdA en TcdB. De toxines TcdA en TcdB bestaan uit vier domeinen; een N-terminaal gelegen glycosyltransferase

Seite 11 - SAMENVATTING

1. Inleiding 7 difficile isolaten TcdB te produceren en is TcdB ongeveer 1000 maal potenter dan TcdA (Brito et al., 2002; Gerhard et al., 2008; Rieg

Seite 13 - 1. INLEIDING

1. Inleiding 8 vrijgegeven in het cytosol m.b.v. auto-gekatalyseerde proteolyse. (4) Het glycosyltransferase glycolyseert de Rho GTPase e

Seite 14 - 1.1.3 VOORKOMEN

1. Inleiding 9 Terwijl het moleculair mechanisme van TcdA en TcdB volledig gekend is, blijven er vragen omtrent de aanleiding naar de infl

Seite 15 - 1.2.2 SYMPTOMEN

1. Inleiding 10 Figuur 1.7 C. difficile kiem en voorspore. TEM van C. difficile wild type (WT) stam JIR8094 na 18 u groei op sporenvormend m

Seite 16 - 1.2.4 TRANSMISSIE

1. Inleiding 11 vivo te hechten aan mucus van het caecum in muizen, het FliD eiwit zou een rol hierin spelen. Zweepharen, en vooral

Seite 17 - 1.2.5 PATHOGENESE

1. Inleiding 12 In de laatste twee decennia is er een verschuiving opgemerkt in de epidemiologie van CDI’s. CDI’s werden oorspronkelijk gezien a

Seite 18

1. Inleiding 13 CDI BIJ DIEREN EN ZOÖNOTISCH BELANG CDI’s werden als oorzaak voor enteritis in verschillende diersoorten geïdentificeerd. Zo kan C.

Seite 19

1. Inleiding 14 MOLECULAIRE DETECTIE Met behulp van een polymerase kettingreactie (polymerase chain reaction, PCR) of kwantitatieve PCR (q

Seite 20

1. Inleiding 15 Verder kan de transmissie van C. difficile sporen ingeperkt worden door de isolatie van symptomatische patiënten, een p

Seite 21 - ANDERE VIRULENTIEFACTOREN

1. Inleiding 16 Er wordt veel onderzoek gedaan naar alternatieve antibiotica die metronidazol en vancomycine kunnen bijstaan of zelfs verv

Seite 22 - WEEPHAREN EN FIMBRIAE

1. Inleiding 17 vergelijking met de placebo die enkel het antibiotica bevatte (Lawrence et al., 2005; Pochapin, 2000). Wanneer enkelv

Seite 23 - 1.2.7 EPIDEMIOLOGIE

iii DANKWOORD Allereerst wil ik professor Filip Van Immerseel bedanken voor de kans om mijn thesis in een super hechte vakgroep te mogen uitvoeren.

Seite 24 - 1. Inleiding

1. Inleiding 18 FECALE BACTERIO-THERAPIE Fecale bacterio-therapie, ofwel het transplanteren van gezonde feces naar een patiënt, is een ee

Seite 25 - 1.2.8 DIAGNOSE

1. Inleiding 19 na toediening van C. difficile sporen. Muizen met CamSA waren, op een dosis-afhankelijke wijze, beschermd tegen CDI’s. De mu

Seite 26 - 1.2.9 PREVENTIE

2. Doelstelling 20 2. DOELSTELLING Verstoring van de darmflora door het gebruik van breedspectrumantibiotica is een belangrijke trigger v

Seite 27 - 1.2.10 BEHANDELING

2. Doelstelling 21 Figuur 2.1 Overzicht van de workflow.

Seite 28

3. Resultaten 22 3. RESULTATEN BIJDRAGE VAN DERDEN - Professor Bart Devreese en Isabelle Vandenberghe voor het fractioneren van de AMC SPE fracties

Seite 29

3. Resultaten 23 Figuur 3.2 BA groeicurve en antibacteriële activiteit van B. amyloliquefaciens supernatans. De maximale productie van d

Seite 30

3. Resultaten 24 Figuur 3.3 Invloed van pH op de activiteit van B. amyloliquefaciens supernatans. De pH-stabiliteit werd getest door SN te incube

Seite 31

3. Resultaten 25 Figuur 3.4 Invloed van temperatuur op de activiteit van B. amyloliquefaciens supernatans. De hittestabiliteit van de AMC werd on

Seite 32 - 2. DOELSTELLING

3. Resultaten 26 Figuur 3.5 Invloed van proteasen op de activiteit van B. amyloliquefaciens supernatans. De proteolytische resistentie

Seite 33 - 2. Doelstelling

3. Resultaten 27 3.1.5 EFFECT VAN BA SN OP DARMCELLEN IN VITRO Om na te gaan of BA in vivo kan gebruikt worden, werd de cytotoxiciteit van het super

Seite 34 - 3. RESULTATEN

iv INHOUDSOPGAVE DANKWOORD ...

Seite 35 - Maximale productie AMC

3. Resultaten 28 3.2 OPZUIVERING AMC VAN B. AMYLOLIQUEFACIENS Doordat de onbekende AMC en Bacillus lipopeptiden vele eigenschappen delen zoals hoge

Seite 36 - INVLOED VAN TEMPERATUUR

3. Resultaten 29 3.2.3 HPLC-ESI MASSASPECTROMETRIE SURFACTINE Eerst werd aangekocht surfactine bestudeerd met ESI MS. Surfactine is een

Seite 37 - 3.1.4 INVLOED VAN PROTEASEN

3. Resultaten 30 Vervolgens werd er ingezoomd in het massaspectrogram van het niet-opgezuiverd actief staal bij 1022 Da om de karakteristi

Seite 38

3. Resultaten 31 Figuur 3.11 Massaspectra en chromatogrammen van bacillomycine. A) MS spectrum ingezoomd op 1081 Da. B) Chromatogram van de MS piek

Seite 39 - Effect van AMC op darmcellen

3. Resultaten 32 Figuur 3.12 Massaspectra en chromatogrammen van fengycine. A) MS spectrum ingezoomd op 1463 Da. B) Chromatogram van de MS piek bij

Seite 40 - 3. Resultaten

3. Resultaten 33 3.3 SELECTIVITEIT AMC VAN B. AMYLOLIQUEFACIENS Om de selectiviteit van de onbekende AMC in kaart te brengen, werd de a

Seite 41

3. Resultaten 34 24 Staphylococcus intermedius 10052 0 13,2 25 Streptococcus bovis 10091 0 42,9 26 Streptococcus equi subsp. equi 9969 50,0 89,5 27

Seite 42

3. Resultaten 35 Figuur 3.14 Activiteit van BA SN en ZP tegen verschillende genera. De gemiddelde residuele gevoeligheid van verschillende genera aa

Seite 43

3. Resultaten 36 3.4 ANTIBACTERIËLE ACTIVITEIT VAN C. PERFRINGENS 3.4.1 OPTIMALISATIE Om na te gaan in welke omstandigheden het supernatans

Seite 44 - PGEZUIVERD ACTIEF STAAL

3. Resultaten 37 3.4.2 OPZUIVERING AMC VAN CP SN Supernatans van CP38, opgegroeid in CDB2 en opgeconcentreerd m.b.v. een vivaspin, werd gescheiden

Seite 45

v 3.4.1 OPTIMALISATIE ...

Seite 46

3. Resultaten 38 3.5 BEPALING VAN TOXINEGENEN VAN C. DIFFICILE STAMMEN 3.5.1 OPTIMALISATIE VAN PCR Voor de bepaling van de aanwezigheid van t

Seite 47 - Activiteit van BA SN en

3. Resultaten 39 Figuur 3.16 Gelelektroforese van multiplex PCR met tcdA, tcdB en tpi primers. Van 26 C. difficile stammen werden de to

Seite 48 - 3.4.1 OPTIMALISATIE

3. Resultaten 40 3.5.3 AANWEZIGHEID VAN BINAIRE TOXINEGENEN In de tweede multiplexreactie werd de aanwezigheid van binaire toxinegenen getest d

Seite 49 - OPZUIVERING AMC VAN CP SN

3. Resultaten 41 Tabel 3.3 Overzicht van C. difficile ribotypes en aanwezige toxinegenen. “Nr.”, nummer; “C. difficile ribotype”, zessentwintig get

Seite 50 - 3.5.1 OPTIMALISATIE VAN PCR

4. Discussie 42 4. DISCUSSIE 4.1 KARAKTERISATIE AMC VAN B. AMYLOLIQUEFACIENS 4.1.1 MAXIMALE PRODUCTIE AMC Met behulp van een B. amyloliquefaci

Seite 51

4. Discussie 43 opgeconcentreerd supernatans blijkt geen cytotoxisch effect te hebben op Caco-2 cellen. Opgeconcentreerd supernatans bli

Seite 52

4. Discussie 44 dosis toe te voegen, worden selectief C. difficile cellen vernietigd en blijven andere bacteriën onaangetast. Om het activiteitspe

Seite 53

4. Discussie 45 worden doordat deze effecten werden bestudeerd bij organismen waarvan het genetisch materiaal een hoge GC inhoud bevat ter

Seite 54 - 4. DISCUSSIE

5. Materiaal en methoden 46 5. MATERIAAL EN METHODEN 5.1 KARAKTERISATIE AMC VAN B. AMYLOLIQUEFACIENS 5.1.1 MAXIMALE PRODUCTIE AMC Om een verband

Seite 55 - 4. Discussie

5. Materiaal en methoden 47 HBSS- toegevoegd. De stalen werden verzamend na 1 uur en na 24 u incubatie bij 37°C en bewaard bij 4°C. De antibacteriël

Seite 57 - 4.6 CONCLUSIE

5. Materiaal en methoden 48 5.2.2 SOLID PHASE EXTRACTION CHROMATOGRAFIE Met het opgeconcentreerde BA SN werd SPE chromatografie uitgevoerd.

Seite 58 - 5. MATERIAAL EN METHODEN

5. Materiaal en methoden 49 Een selectie aerobe en anaerobe isolaten (Tabel 3.1) werd overnacht opgegroeid in BHI of MRS broth. Elke isolaat werd ho

Seite 59 - 5.2.1 ZUURPRECIPITATIE BA SN

5. Materiaal en methoden 50 werd driemaal geëlueerd met 1 ml 1M NaCl in 10 mM Tris-buffer pH 8,5 (staal 0, staal 1 en staal 2). De fracties van d

Seite 60 - 5. Materiaal en methoden

5. Materiaal en methoden 51 Er werden telkens vijf DNA stalen geanalyseerd per primerconcentratie met 1,5 µl 10x of 100x verdund DNA, 1

Seite 61 - 5.4.1 OPTIMALISATIE

5. Materiaal en methoden 52 condities werden gehanteerd in het PCR programma; denaturatie bij 95°C gedurende 10 min gevolgd door 35 cycli bestaande

Seite 62 - 5.5.1 OPTIMALISATIE VAN PCR

6. Referenties 53 6. REFERENTIES Åkerlund, T., Persson, I., Unemo, M., Norén, T., Svenungsson, B., Wullt, M., and Burman, L.G. (2008).

Seite 63

6. Referenties 54 diarrhoea and Clostridium difficile in the community. Aliment. Pharmacol. Ther. 17, 905–912. Beveridge, T.J., Pouwels,

Seite 64

6. Referenties 55 Castagliuolo, I., LaMont, J.T., Qiu, B., Nikulasson, S.T., and Pothoulakis, C. (1996). A receptor decoy inhibits the

Seite 65 - 6. REFERENTIES

6. Referenties 56 Dubberke, E.R., Reske, K.A., Olsen, M.A., McDonald, L.C., and Fraser, V.J. (2008). Short- and long-term attributable costs of

Seite 66

6. Referenties 57 Gaynes, R., Rimland, D., Killum, E., Lowery, H.K., Johnson, T.M., Killgore, G., and Tenover, F.C. (2004). Outbreak

Seite 67

vii LIJST VAN FIGUREN Figuur 1.1 C. difficile bacterie. 1 Figuur 1.2 Darmbiopt van patiënt geïdentificeerd met pseudomembraan colitis. 3 Figuur 1.3

Seite 68

6. Referenties 58 Hue, N., Serani, L., and Laprévote, O. (2001). Structural investigation of cyclic peptidolipids from Bacillus subtilis by

Seite 69

6. Referenties 59 Kelly, C.P., and LaMont, J.T. (2008). Clostridium difficile--more difficult than ever. N. Engl. J. Med. 359, 1932–194

Seite 70

6. Referenties 60 Lyerly, D.M., Saum, K.E., MacDonald, D.K., and Wilkins, T.D. (1985). Effects of Clostridium difficile toxins given intra

Seite 71

6. Referenties 61 a randomized, double-blind study. Clin. Infect. Dis. Off. Publ. Infect. Dis. Soc. Am. 48, e41–46. Muto, C.A., Pokrywka, M., Sh

Seite 72

6. Referenties 62 binary toxin (actin-specific ADP-ribosyltransferase) by Clostridium difficile CD196. Infect. Immun. 65, 1402–1407. Pillai

Seite 73

6. Referenties 63 Sayedy, L., Kothari, D., and Richards, R.J. (2010). Toxic megacolon associated Clostridium difficile colitis. World J.

Seite 74

6. Referenties 64 by strains of Clostridium difficile. FEMS Microbiol. Lett. 186, 307–312. Tamma, P.D., and Sandora, T.J. (2012). Clostridium di

Seite 75

6. Referenties 65 Weese, J. s., Reid-Smith, R. j., Avery, B. p., and Rousseau, J. (2010). Detection and characterization of Clostridium dif

Seite 76

7. Addendum 66 7. ADDENDUM 7.1 BACTERIEËLE MEDIA 7.1.1 VLOEIBARE MEDIA BHI BROTH Het vloeibare medium is aangemaakt met 52 g/l Brain Heart

Seite 77

7. Addendum 67 CDA Van het Clostridium difficile Agar Base (CDA)(Oxoid CM0601) medium werd 49 g/l CDA, 0,1% L-cys-HCl en AD gebruikt. De agar werd

Seite 78 - 7. ADDENDUM

viii LIJST VAN TABELLEN Tabel 3.1 Lijst van bacteriële isolaten en hun gevoeligheid aan B. amyloliquefaciens supernatans. 33 Tabel 3.2 Antibacterië

Seite 79 - 7.2 PROTOCOLS

7. Addendum 68 7.3 RESULTATEN Tabel 7.1 Rauwe data: karakterisatie AMC van B. amyloliquefaciens. MAXIMALE PRODUCTIE AMC Set 1 OD (600 nm) Activitei

Seite 80 - 7.3 RESULTATEN

7. Addendum 69 38 23 4 13 9 60 14 10-5 10-7 10-7 10-7 10-6 10-6 46 130 66 150 10 35 45 10-6 10-5 10-6 10-6 10-6 10-6 INVLOED VAN PH OP BA SN ACTIVI

Seite 81

7. Addendum 70 0,054 0,669 0,094 0,453 0,698 0,941 0,644 0,819 0,637 0,919 0,551 0,096 0,049 0,599 0,164 0,408 0,726 0,604 0,692 0,692 0,604 0,558 0

Seite 82

7. Addendum 71 A B Figuur 7.1 MS spectra van aangekocht surfactine. A) MS spectrum van surfactine in positieve modus. B) MS spectrum van surfactine

Seite 83

7. Addendum 72 Figuur 7.2 MS spectra van het opgezuiverd actief staal. A) MS spectrum van eerste piekcluster geëlueerd van de HPLC kolom omstreek

Seite 84

7. Addendum 73 Tabel 7.3 Rauwe data: selectiviteit AMC van B. amyloliquefaciens. ”-“, geen groei opgetreden; “ “, niet getest. Nr. Naam BA SN (inhib

Seite 85

7. Addendum 74 Anaerobe stammen 1 Lactobacillus acidophilus 0 0 0 12 12 18 2 Lactobacillus bifermentans - - - - - - 3 Lac

Seite 86

7. Addendum 75 Figuur 7.3 Optimalisatie PCR van toxine A en toxine B. De vijf CD stammen BR001, BR002, BR003, BR012, BR014 werden

Seite 87

7. Addendum 76 Figuur 7.4 Aanwezigheid van toxine A en toxine B genen. Van 26 C. difficile stammen werden de toxinegenen bepaald m.b.v. amplificat

Seite 88

7. Addendum 77 Figuur 7.5 Aanwezigheid van binaire toxinegenen. Van 26 C. difficile stammen werden de toxinegenen bepaald m.b.v. amplificatie met cd

Seite 89

ix LIJST MET AFKORTINGEN 16S rDNA 16S ribosomaal DNA ACN Acetonitril AD Gedestilleerd water ADP Adenosinedifosfaat AFLP Geamplificeerd fragment len

Seite 90

7. Addendum 78 Figuur 7.6 Opstelling NRU assay. De buitenste wells bevatten geen Caco-2 cellen. Tweede kolom, incubatie met caco-2 ce

Kommentare zu diesen Handbüchern

Keine Kommentare